Stakeholders
tijdens het ontwerpproces van LA2
De directie van ZuidWest is van een twee hoofdige
leiding naar een eenhoofdige leiding gegaan. Dit zorgt voor verschillende
veranderingen binnen school. Een van de veranderingen is de nieuwe visie. De
nieuwe visie is gericht op de veranderende maatschappij en op de toekomst
(vervolgopleiding, stage, werk) waar onze leerlingen mee te maken krijgen. Mijn
nieuwe functie binnen school maakt dat ik direct betrokken ben bij de nieuwe
visie en de uitwerking daarvan. Hierbij heb ik aangegeven dat dit gevolgen heeft
voor het curriculum. Tijdens de bijeenkomsten van de stuurgroep, met daarin de
locatiedirecteur, twee teamleiders en een collega docent, wordt de visie
gebruikt als kapstok (document), om het schoolplan opnieuw vorm te even. Op dit
moment formuleren we de doelen die in het nieuwe document moeten komen staan.
Hierbij is aandacht voor het curriculum.
Met mijn teamleider heb ik wekelijks een gesprek
waarin mijn opleiding centraal staat. Hierbij geef ik aan wat mijn ideeën,
ontwikkelingen en ‘frustraties’ zijn. De feedback, in de meeste gevallen
reflectie, werkt verhelderend en zet mij weer met beide benen op de grond
(zelfreflectie).
Tijdens het proces waarin ik duidelijk kreeg waar het
herontwerp over moest gaan heb ik verschillende ‘experts’ benaderd en gevraagd
naar hun standpunt omtrent vak-integratie. In de onderbouw werkt men met
leergebieden. Eén daarvan is Mens & Natuur, waarin de docenten van Natuur
en Techniek integratief samenwerken. De collega’s die in dit leergebied werken
heb ik gevraagd in het begin van mijn onderzoek of het een meerwaarde is om
integratief te werken en of dat ook voor de bovenbouw een meerwaarde zou kunnen
zijn. Zij hebben mijn vermoeden bevestigd, dat het wel degelijk en meerwaarde
is voor de leerlingen.
In de gesprekken
met de ‘experts’ uit de bovenbouw komt duidelijk naar voren dat het een
meerwaarde is voor de leerlingen, omdat zijn op deze manier direct de theorie
kunnen koppelen aan de praktijk. ‘Onze’ leerlingen zijn allemaal praktisch
ingesteld en leren gemakkelijker als ze direct het geleerde praktisch kunnen
toepassen, waardoor het geleerde ook beter beklijft. Wel blijft de zorg van de
natuurkunde sectie dat de integratie niet ten koste mag gaan van de theorie
momenten van natuurkunde. Leerlingen moeten voor het examen ook veel reken- en
oplosvaardigheden kunnen toepassen. Ze geven wel aan dat de leerlingen de leerstof beter eigen maken als
ze daadwerkelijk theorie en vaardigheden goed weten toe te passen. Wat betreft
lesbezoek -en collegiale intervisie zijn alle collega’s een voorstander. Te
meer als dat gaat om vakdidactiek. Dit is in het trapmodel voor docenten
meegenomen.
Tijdens het arrangement heb ik veel met mijn collega’s
annex studiegenoten gewerkt, ook in de vakantie hebben we regelmatig contact
gehad en daarbij elkaar veelvuldig voorzien van feedback, maar ook elkaar
gesteund op momenten dat we het even niet meer zagen zitten. We hebben gebruik
gemaakt van elkaars talenten en dat geeft je uiteindelijk ook weer meer inzicht in je proces, maar ook
in het product. In dit geval LA2.
Van de ontwerpbureaus heb ik in de eerste weken van
het LA wel voldoende feedback gekregen en kunnen gegeven. Met name het proces
van de curriculumanalyse heeft mij daarbij veel inzicht gegeven. Het tweede
gedeelte met de ontwerpbureaus van het LA, waarin ‘gelijkgestemde’ zaten heeft
voor mij niet veel meerwaarde gehad. De verschillen in ontwikkelingen van de
ontwerpers uit het ontwerpbureau lagen te ver uiteen, waardoor ik voor mijn
gevoel hen niet kon belasten omdat ik al verder was in mijn proces. Gelukkig
heb ik wel feedback kunnen geven aan de andere ontwerpers. Wel heb ik contact
gezocht met andere ontwerpbureaus en studenten, waarbij ik feedback heb kunnen
geven en ontvangen. Uiteindelijk hebben alle gesprekken geleidt tot mijn
herontwerp.
Zelf heb ik de meeste moeite gehad met de ‘structuur’
van het LA. Het vrije denken heeft wel het een en ander opgeleverd, wat ook een
doel van dit LA is. Het is een uitdagend proces geweest. Maar uiteindelijk is
het de tijd die ontbreekt om in het divergente denken te blijven hangen. Je wordt
tot de laatste dag nog geprikkeld met nieuwe ideeën voor je herontwerp,
waardoor je pas vrij laat een totaal beeld kunt maken/ creëren van je ontwerp. Als
ik terug kijk naar de eerste bijeenkomst en naar het eindproduct moet ik zeggen
dat ik tevreden ben.
Uitdagend ontwerpen maakt zijn naam wel degelijk waar!
Uitdagend ontwerpen maakt zijn naam wel degelijk waar!
Mooie refelctie Geert. Open en eerlijk. Tevens wordt zichtbaar wat je doet als je 'vastloopt'. Je gaat te rade bij anderen, ook buiten je ontwerpburo. Die houding van 'verder zoeken' is evengoed belangrijk .
BeantwoordenVerwijderen